bomcheckte
- Geluid: bomcheckte (hulp, bestand)
- bom·check·te
vervoeging van |
---|
bomchecken |
bomcheckte
- enkelvoud verleden tijd van bomchecken
- Ik bomcheckte.
- Jij bomcheckte.
- Hij, zij, het bomcheckte.
- Ik bomcheckte.
- Het woord bomcheckte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.