• bom·checkt
vervoeging van
bomchecken

bomcheckt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bomchecken
    • Jij bomcheckt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bomchecken
    • Hij bomcheckt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bomchecken
    • Bomcheckt!