boksten
- boks·ten
vervoeging van |
---|
boksen |
boksten
- meervoud verleden tijd van boksen
- Wij boksten.
- Jullie boksten.
- Zij boksten.
- Wij boksten.
- Het woord boksten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
boksen |
boksten