blootten
- bloot·ten
vervoeging van |
---|
bloten |
blootten
- meervoud verleden tijd van bloten
- Wij blootten.
- Jullie blootten.
- Zij blootten.
- Wij blootten.
- Het woord 'blootten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
vervoeging van |
---|
bloten |
blootten