Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloem·lees·de

Werkwoord

vervoeging van
bloemlezen

bloemleesde

  1. enkelvoud verleden tijd van bloemlezen
    • Ik bloemleesde. 
    • Jij bloemleesde. 
    • Hij, zij, het bloemleesde.