blenderde
- blen·der·de
vervoeging van |
---|
blenderen |
blenderde
- enkelvoud verleden tijd van blenderen
- Ik blenderde.
- Jij blenderde.
- Hij, zij, het blenderde.
- Ik blenderde.
- Het woord blenderde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.