Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • blau·dert aa

Werkwoord

er, sie es blaudert aa

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aablaudre

Werkwoord

dihr blaudert aa

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aablaudre (lokale variant)
Schrijfwijzen

Werkwoord

ihr blaudert aa

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aablaudre (lokale variant)
Schrijfwijzen

Werkwoord

er, sie, es blaudert aa

  1. derde persoon enkelvoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aablaudre

Werkwoord

dihr blaudert aa

  1. tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aablaudere (lokale variant)
Schrijfwijzen

Werkwoord

ihr blaudert aa

  1. tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aablaudre (lokale variant)
Schrijfwijzen