black-outte
- Geluid: black-outte (hulp, bestand)
- black-·out·te
vervoeging van |
---|
black-outen |
black-outte
- enkelvoud verleden tijd van black-outen
- Ik black-outte.
- Jij black-outte.
- Hij, zij, het black-outte.
- Ik black-outte.
- Het woord black-outte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.