• IPA: /bliːʒiː sɛ/
  • blí·ží se

blíží se

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord blížit se
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord blížit se