bitumineerde
- bi·tu·mi·neer·de
vervoeging van |
---|
bitumineren |
bitumineerde
- enkelvoud verleden tijd van bitumineren
- Ik bitumineerde.
- Jij bitumineerde.
- Hij, zij, het bitumineerde.
- Ik bitumineerde.
- Het woord bitumineerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.