• bi·tu·mi·neer
vervoeging van
bitumineren

bitumineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bitumineren
    • Ik bitumineer. 
  2. gebiedende wijs van bitumineren
    • Bitumineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bitumineren
    • Bitumineer je?