• bio·ke·mis·ke
  • Deense bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel bio-
Naar frequentie 39595

biokemiske, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van biokemisk

biokemiske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van biokemisk