Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·vroeg

Werkwoord

vervoeging van
binnenvragen

binnenvroeg

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van binnenvragen
    • ... dat ik binnenvroeg. 
    • ... dat jij binnenvroeg. 
    • ... dat hij, zij, het binnenvroeg. 

Gangbaarheid