Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·vraagt

Werkwoord

vervoeging van
binnenvragen

binnenvraagt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvragen
    • ... dat jij binnenvraagt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvragen
    • ... dat hij binnenvraagt. 

Gangbaarheid