binnenleverden
- bin·nen·le·ver·den
vervoeging van |
---|
binnenleveren |
binnenleverden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van binnenleveren
- ...dat wij binnenleverden.
- ...dat jullie binnenleverden.
- ...dat zij binnenleverden.
- ...dat wij binnenleverden.
- Het woord binnenleverden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.