binnenklim
- Geluid: binnenklim (hulp, bestand)
- bin·nen·klim
vervoeging van |
---|
binnenklimmen |
binnenklim
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenklimmen
- ... dat ik binnenklim.
- Het woord binnenklim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.