Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·pomp·ten

Werkwoord

vervoeging van
bijpompen

bijpompten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijpompen
    • ...dat wij bijpompten. 
    • ...dat jullie bijpompten. 
    • ...dat zij bijpompten. 

Gangbaarheid