bijhuur
- bij·huur
vervoeging van |
---|
bijhuren |
bijhuur
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijhuren
- ... dat ik bijhuur.
- Het woord bijhuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
bijhuren |
bijhuur