bigo
- (verkorting) van bigophone ”mirliton, fluitje”
bigo m
- (spreektaal) telefoon
- «Passe-moi un coup de bigo quand t’es arrivé chez toi.»
- Geef me effe een belletje als je thuis bent aangekomen. [1]
- «Passe-moi un coup de bigo quand t’es arrivé chez toi.»