Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zoekt

Werkwoord

vervoeging van
bezoeken

bezoekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoeken
    • Jij bezoekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoeken
    • Hij bezoekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezoeken
    • Bezoekt!