Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·waar·heid·de

Werkwoord

vervoeging van
bewaarheiden

bewaarheidde

  1. enkelvoud verleden tijd van bewaarheiden
    • Ik bewaarheidde. 
    • Jij bewaarheidde. 
    • Hij, zij, het bewaarheidde. 

Gangbaarheid