bevoer
- be·voer
vervoeging van |
---|
bevaren |
bevoer
- enkelvoud verleden tijd van bevaren
- Ik bevoer.
- Jij bevoer.
- Hij, zij, het bevoer.
- Ik bevoer.
- Het woord bevoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
bevaren |
bevoer