bevlagden
- be·vlag·den
vervoeging van |
---|
bevlaggen |
bevlagden
- meervoud verleden tijd van bevlaggen
- Wij bevlagden.
- Jullie bevlagden.
- Zij bevlagden.
- Wij bevlagden.
- Het woord bevlagden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.