betrouwt
- be·trouwt
vervoeging van |
---|
betrouwen |
betrouwt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betrouwen
- Jij betrouwt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betrouwen
- Hij betrouwt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van betrouwen
- Betrouwt!
- Het woord betrouwt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.