• be·ton·neer
vervoeging van
betonneren

betonneer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betonneren
    • Ik betonneer. 
  2. gebiedende wijs van betonneren
    • Betonneer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betonneren
    • Betonneer je?