Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·storm·de

Werkwoord

vervoeging van
bestormen

bestormde

  1. enkelvoud verleden tijd van bestormen
    • Ik bestormde. 
    • Jij bestormde. 
    • Hij, zij, het bestormde. 
  2. verbogen vorm van bestormd, voltooid deelwoord van bestormen