• be·sterf
vervoeging van
besterven

besterf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besterven
    • Ik besterf. 
  2. gebiedende wijs van besterven
    • Besterf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besterven
    • Besterf je?