Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stem·de

Werkwoord

vervoeging van
bestemmen

bestemde

  1. enkelvoud verleden tijd van bestemmen
    • Ik bestemde. 
    • Jij bestemde. 
    • Hij, zij, het bestemde. 
  2. verbogen vorm van bestemd, voltooid deelwoord van bestemmen