Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·spuug·den

Werkwoord

vervoeging van
bespugen

bespuugden

  1. meervoud verleden tijd van bespugen
    • Wij bespuugden. 
    • Jullie bespuugden. 
    • Zij bespuugden. 
Synoniemen