beschoeide
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschoeide (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·schoei·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beschoeien |
beschoeide
- enkelvoud verleden tijd van beschoeien
- Ik beschoeide.
- Jij beschoeide.
- Hij, zij, het beschoeide.
- Ik beschoeide.
- verbogen vorm van beschoeid, voltooid deelwoord van beschoeien
Gangbaarheid
- Het woord beschoeide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.