Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·re·gen·de

Werkwoord

vervoeging van
beregenen

beregende

  1. enkelvoud verleden tijd van beregenen
    • Ik beregende. 
    • Jij beregende. 
    • Hij, zij, het beregende. 
  2. verbogen vorm van beregend, voltooid deelwoord van beregenen