bemerkten
- be·merk·ten
vervoeging van |
---|
bemerken |
bemerkten
- meervoud verleden tijd van bemerken
- Wij bemerkten.
- Jullie bemerkten.
- Zij bemerkten.
- Wij bemerkten.
- Het woord bemerkten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.