beltjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beltjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• belt·jes

Zelfstandig naamwoord

de beltjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord belt

Gangbaarheid

• Het woord beltjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.