beloofden
- be·loof·den
vervoeging van |
---|
beloven |
beloofden
- meervoud verleden tijd van beloven
- Wij beloofden.
- Jullie beloofden.
- Zij beloofden.
- Wij beloofden.
- Het woord beloofden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.