• be·kri·ti·seer·de
vervoeging van
bekritiseren

bekritiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van bekritiseren
    • Ik bekritiseerde. 
    • Jij bekritiseerde. 
    • Hij, zij, het bekritiseerde. 
  2. verbogen vorm van bekritiseerd, voltooid deelwoord van bekritiseren