bekommer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·kom·mer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekommeren |
bekommer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekommeren
- Ik bekommer.
- gebiedende wijs van bekommeren
- Bekommer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekommeren
- Bekommer je?