bekijkt
- be·kijkt
vervoeging van |
---|
bekijken |
bekijkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekijken
- Jij bekijkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekijken
- Hij bekijkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bekijken
- Bekijkt!
- ▸ Op wat voor vragen moet ik dan antwoord geven? Ik weet net zoveel als jullie. Of net zo weinig, het ligt eraan vanuit welk oogpunt je het bekijkt.’[1]
- Het woord bekijkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.