begeurden
- be·geur·den
vervoeging van |
---|
begeuren |
begeurden
- meervoud verleden tijd van begeuren
- Wij begeurden.
- Jullie begeurden.
- Zij begeurden.
- Wij begeurden.
- Het woord begeurden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.