beethadden
- Geluid: beethadden (hulp, bestand)
- beet·had·den
vervoeging van |
---|
beethebben |
beethadden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van beethebben
- ...dat wij beethadden.
- ...dat jullie beethadden.
- ...dat zij beethadden.
- ...dat wij beethadden.
vervoeging van |
---|
beethebben |
beethadden