beduidden
- be·duid·den
vervoeging van |
---|
beduiden |
beduidden
- meervoud verleden tijd van beduiden
- Wij beduidden.
- Jullie beduidden.
- Zij beduidden.
- Wij beduidden.
- Het woord beduidden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.