• be·com·pli·men·teer
vervoeging van
becomplimenteren

becomplimenteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van becomplimenteren
    • Ik becomplimenteer. 
  2. gebiedende wijs van becomplimenteren
    • Becomplimenteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van becomplimenteren
    • Becomplimenteer je?