Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
bauschte sich
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Duits
1.1
Woordafbreking
1.2
Werkwoord
1.2.1
Synoniemen
1.2.2
Afgeleide begrippen
Duits
Woordafbreking
bausch·te sich
Werkwoord
bauschte sich
(wederkerend)
derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd van
bauschen
in een hoofdzin
Synoniemen
(wederkerend)
sich bauschte
(in een bijzin)
Afgeleide begrippen
(wederkerend)
bauschte sich auf