batavicus
- van Latijn Batavus "Bataaf" met het achtervoegsel -icus waarmee een bijvoeglijk naamwoord wordt gevormd dat de eigenschap benadrukt die door de stam wordt aangegeven, dus letterlijk: "als van een Bataaf, als bij de Bataven, Bataafs"; in de opvatting uit de 16e eeuw ging men de zelfstandigheid van de Holland terugvoeren op die van de Bataven en het begrip "Bataafs" als figuurlijk begrip voor Hollands gebruiken
batavicus