Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • base·ballt

Werkwoord

vervoeging van
baseballen

baseballt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baseballen
    • Jij baseballt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baseballen
    • Hij baseballt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van baseballen
    • Baseballt! 

Gangbaarheid