ballastte
- bal·last·te
vervoeging van |
---|
ballasten |
ballastte
- enkelvoud verleden tijd van ballasten
- Ik ballastte.
- Jij ballastte.
- Hij, zij, het ballastte.
- Ik ballastte.
- Het woord ballastte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.