Deens

Woordafbreking
  • ba·by·er

Zelfstandig naamwoord

babyer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van baby


Noors

Woordafbreking
  • ba·by·er
Naar frequentie 8327

Zelfstandig naamwoord

babyer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van baby