babbelends

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  babbelends    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bab·be·lends

Bijvoeglijk naamwoord

babbelends

1. partitief van de stellende trap van babbelend

   • Dat is iets babbelends... 

Gangbaarheid

• Het woord babbelends staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.