• IPA: (Hanoi) /ɓew33/

bêu

  1. schaamtelijk: dat schaamte verdient
    Việc làm ấy bêu quá. – Dat maakte dat hij zich doodschaamde.
    Bêu chửa! – Zo schaamtelijk.

bêu

  1. aan iedereen tonen met de bedoeling te vernederen of af te schrikken
    Giặc giết người rồi bêu đầu ở chợ. – De bandiet was gedood en zijn hoofd werd tentoongesteld op het marktplein.
  2. schaamtelijke zaken bekendmaken over iemand
    bêu anh ta trước hội nghị. – Hij heeft hem voor heel de groep te schande gemaakt.