bâu
- IPA: (Hanoi) /ɓɜw33/
bâu
- kraag: deel van een kledingstuk dat rond de hals zit
- zak: onderdeel van een kledingstuk waar je voorwerpen kunt insteken
bâu
- zwermen omheen iets of iemand
- bị ong bâu – met bijen die om je heen zwermen
- Máu chảy đến đâu ruồi bâu đến đó. (gezegde) – Waar het bloed stroomt, daar zwermen de vliegen.
- samentroepen: in groten getale om iets of iemand verzameld zijn (meestal met negatieve connotatie)
- Đoàn người hiếu kỳ chen nhau bâu kín, lấp cả lối đi. – Een massa geïnteresseerden troepte samen en blokkeerde de doorgang.
- Đám đông bâu chung quanh người điên. – De massa omringt de gek.
- Hồ Ngọc Đức, Free Vietnamese Dictionary Project