avonturiers
- Geluid: avonturiers (hulp, bestand)
- avon·tu·riers
de avonturiers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord avonturier
- ▸ Aangezien wij geen avonturiers waren en de risico’s daarom zo veel mogelijk uit wilden sluiten, boekten wij op de conservatieve manier.[1]
- Het woord avonturiers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.